Op Atlas’ schouders
Atlas bekroont de achtergevel van het gebouw. Met het
hemelgewelf op zijn schouders symboliseert hij het centrum van het universum. Oorspronkelijk
zou Atlas een ‘armillarium’ dragen, een instrument
om positie of tijd te bepalen. Hemony goot Atlas wel, maar het armillarium
niet: de ingewikkelde open ringenstructuur was mogelijk lastig te gieten.
Direct na het overlijden van Hemony in 1668 besloot het stadsbestuur tot de
gesloten bol, die Atlas tegenwoordig draagt: als meestergieter Hemony het al
niet gedaan kreeg, zou het niemand lukken.
Vier keer per uur vult het paleis zich met zeventiende-eeuws
geluid, dan speelt het carillon en slaat de grote luidklok. François Hemony goot het klokkenspel in 1664 voor het nieuwe stadhuis
van Amsterdam. Hij was befaamd om de zuivere klank en lange resonantie van zijn
klokken. Behalve het carillon goot hij ook de zes bronzen beelden voor de
gevels van het gebouw. Vooral het Atlasbeeld, met de hemelglobe op zijn
schouders, is een icoon geworden.
Atlas staat al 350 jaar lang in weer en wind op het dak.
In 1916 was het gebouw toe aan een grondige restauratie. Atlas’ bol vertoonde
scheuren en de stangen, die hem overeind houden, waren niet stevig meer. De
restauratoren en werklieden lieten trots een loden koker in de bol achter, met
daarin hun restauratieverslag en enkele foto’s.