Dit was het dagelijks kantoor van de vier burgemeesters, met uitzicht over de Dam. Via het zijraam konden zij de uitspraak van doodvonnissen in de Vierschaar volgen.
De kamer stond direct in verbinding met de Dam en was 's winters ijskoud. Vanaf de bouw van het nieuwe stadhuis waren er klachten over tocht en kou, ondanks het legertje aan turfdragers dat de haarden stookte.
Tegenwoordig wordt deze kamer vooral gebruikt bij voorontvangsten: ontmoetingen tussen de leden van het Koninklijk Huis en hun hoofdgasten, voorafgaand aan ontvangsten in de Burgerzaal of Troonzaal.
Boven de haard opnieuw een Romeinse geschiedenis. De oude veldheer Quintus Fabius Maximus was van zijn paard gestegen om zijn zoon, een jonge consul, te begroeten. De aanwezigen waren geschokt, een zoon moet juist voor zijn vader buigen! Maar beide mannen waren tevreden: een consul heeft een hogere rang dan een veldheer en eerbied voor het ambt is belangrijker dan bloedverwantschap.
