In deze interactieve rondleiding leren leerlingen van het voortgezet onderwijs en studenten van het MBO over verschillende facetten van onze slavernijgeschiedenis en reflecteren ze op de erfenis daarvan.
In 1655 werd het nieuwe stadhuis van Amsterdam in gebruik genomen. Het was de trots van de stad: indrukwekkend groot en heel rijk versierd. De boodschap die het aan alle bezoekers moest overbrengen was dat Amsterdam het centrum van het universum was, over de wereld heerste en er vrede bracht.
Maar het gebouw werd deels bekostigd met de inkomsten uit overzeese handel, die gebruik maakte van de overheersing, uitbuiting en slavernij van mensen.
En het was de zetel van het stadsbestuur dat die handel tijdens de zeventiende en achttiende eeuw mogelijk maakte en er van profiteerde. In het Amsterdamse stadhuis werden onder andere beslissingen gemaakt over mensen aan de andere kant van de wereld.
De decoraties van het gebouw - de gevelversiering, wereldkaarten in de vloer van de Burgerzaal, schilderijen en het beeldhouwwerk - gelden nog steeds als bijzondere voorbeelden van wetenschappelijk en artistiek talent in de zeventiende eeuw. Maar ze weerspiegelen óók het onrecht dat Amsterdam in de wereld bracht. Zo laat de gevelversiering aan de Nieuwezijds Voorburgwal slaafgemaakte Afrikanen en oorspronkelijke bewoners van Amerika zien, die een eerbetoon brengen aan de Stedenmaagd van Amsterdam, die in het midden zit.
Tenslotte staat het voormalige stadhuis midden op de Dam; plek van vieringen, herdenkingen en demonstraties. Een plek waar regelmatig de erfenis van onze koloniale en slavernijgeschiedenis onder de aandacht wordt gebracht.